maandag 3 juni 2013

Schepen uit de 18e eeuw

Een Nederlands schip uit de 18e eeuw, verloren i n de slag om Batavia

Het fluitschip ontstond in Noord-Nederland aan het einde van de 16e eeuw uit experimenten met het verlengen van bestaande schepen. Schepen met deze verlengde romp, gaings genoemd, ontstonden al in 1588.[1] Pieter Jansz Vael, bekend als de koopman Pieter Jansz Liorne, ontwierp in 1595 een nog slanker onbewapend schip. Kenmerkend waren een rond, versierd achterschip en een invallend bovenboord, dat het schip zijn peervorm gaf. Voor die vorm was een belangrijke economische reden: aan de Sont werd tol geheven. De hoogte van de Sonttol hing af van de breedte van het dek. Door het smalle dek boven het brede ruim kon een maximale lading tegen een minimale tol worden vervoerd. Deze manier om tol te berekenen bleef tot 1669 in gebruik. Schepen die daarna werden gebouwd kregen een breder dek.
De fluit was bijzonder geschikt voor de handelsvaart in Europa door het beperkte aantal bemanningsleden dat nodig was om het te zeilen (ongeveer 12 tegen ongeveer 30 voor andere typen schepen van vergelijkbare afmetingen) en de geringe diepgang. Tevens was de fluit sneller en stabieler dan veel andere schepen, en had meer laadvermogen. Het laadvermogen steeg gedurende de eeuw van 100 last tot 180 last, en per bemanningslid van 9 - 10 last naar 13 - 14 last.[1] Het schip werd dan ook een van de belangrijkste scheepstypen voor de Nederlandse internationale scheepvaart. In de Gouden Eeuw bestond tot tachtig procent van de zeeschepen uit fluiten. Op de Hollandse en Zeeuwse scheepswerven werden er vier- tot vijfhonderd per jaar gebouwd. Dat werd toentertijd onder andere ook mogelijk door de technische vernieuwing van dehoutzaagmolen. Door het mechanische zagen konden fluitschepen snel en goedkoop worden geproduceerd.
In 1671 noemde Nicolaes Witsen als lengte voor een gewone fluit 37 meter en 35 meter voor een fluit die voor de Oostzeevaart diende. Cornelis van Yk gaf in 1697 als maten op een lengte van 40 meter bij een breedte van 5,5 meter.
De tuigage was gelijk aan die van andere driemasters: een fokkemast en een grote mast met elk maximaal drie razeilen, en een bezaanmast met een Latijnzeil en soms een kruiszeil. Bij de boegspriet werden nog één of twee blinden gevoerd.
Het fluitschip vond ook navolging in Duitsland (Fleute), Engeland (fly-boat) en Zweden.

Batterij tip `1


Tip voor batterij: Schakel niet gebruikte apps uit, zodat de batterij bespaart blijft.
  • Leg de smartphone op een koele plek. Leg het toestel dus niet in de zon en probeer het dragen in de broekzak zoveel mogelijk te beperken. Hitte kan de accuduur van de smartphone namelijk aanzienlijk verkorten.
  • Voorkom veelvuldig aan- en uitzetten van de smartphone. Het aan- en uitzetten vergt veel energie en daardoor zal de smartphone accu eerder opraken.
  • Laat de telefoon niet volledig leeg lopen, maar hang hem aan de smartphone adapter voordat hij uitvalt.
  • Indien je veel accutijd wilt besparen, schakel de smartphone dan ’s nachts uit.
  • Moderne smartphones bieden mogelijkheden die erg leuk en handig in gebruik zijn, maar ongemerkt ook redelijk wat stroom opeisen. Zo vreet de camera aardig wat stroom, met name zodra de flitser en zoomfunctie worden gebruikt. Ook het spelen van games, het luisteren van muziek en het downloaden via internet zorgt voor veel energieverbruik. Indien je de accu van je smartphone optimaal wilt benutten valt het aan te raden het gebruik van deze mogelijkheden te beperken.
  • Schakel de ‘power save mode’ of het ‘power management’ van de smartphone in indien dit aanwezig is. Deze optie zorgt er namelijk voor dat de batterij automatisch wordt gespaard.

    Kijk voor meer informatie over accu's op de website van Eye Connection!